Spelregels

Samenvatting van de spelregels

Waterpolo wordt gespeeld door twee teams die proberen de bal in elkaars doel te schieten. Een team bestaat uit zes spelers en een keeper. De bal wordt met de hand gespeeld. Door snel samen te spelen kun je de verdediging van de tegenstander uitspelen en scoren. Je mag de bal niet met twee handen tegelijk aanraken of onder water duwen. Uiteraard mag je je tegenstander niet slaan, schoppen, onderduwen of vasthouden.

De belangrijkste basis regels:

  • Waterpolo is een sport dat beoefend word in een zwembad waarin de afmetingen van het speelveld van 15 meter breed en 25 meter lang zijn. Het bad heeft een minimale diepte van 1,80.
  • Aan weerskanten van het speelveld liggen 2 doelen van 3 meter breed en 0,9 meter hoog.
  • Waterpolo wordt gespeeld met een bal die ongeveer hetzelfde formaat heeft als een voetbal alleen heeft de bal heel veel grip heeft waardoor hij gemakkelijk met 1 hand vast te houden is.
  • Tijdens de wedstrijd zijn er van beide teams 7 spelers in het bad waarvan 6 veldspelers en 1 keeper.
  • Een waterpolo wedstrijd bestaat uit 4 periodes van maximaal 8 minuten zuivere speeltijd, afhankelijk van de competitie en het land waarin er gespeeld wordt.
  • De aanvallende ploeg heeft tijdens het balbezit 30 seconden om een schot op het doel te lossen. Als dit niet gebeurt gaat de bal naar de tegenpartij.
  • Mocht er tijdens de 30 seconden wel een schot zijn gelost maar de bal blijft in eigen bezit, dan krijgt men 20 seconden de tijd.
  • Bij overtredingen volgt er een vrije worp van de tegenpartij.
  • Een vrije worp mag in 1 keer op het doel worden geschoten behalve als de vrije worp zich binnen het 5 meter gebied van de tegenpartij bevindt.

De belangrijkste regels over overtredingen:

Doordat het spel in een zwembad wordt gespeeld is het moeilijk voor de scheidsrechters om te zien wanneer er een overtreding wordt gemaakt. Na elke overtreding moet de vrije bal direct genomen worden door de bal te passen of de bal op te gooien. De vrije bal wordt genomen op de plek en door de speler waar de bal op dat moment is ongeacht waar de overtreding plaatsvond. Natuurlijk worden overtredingen die gezien worden gestraft. Er zijn verschillende soorten overtredingen met daarbij horende straffen, hieronder een overzicht van voorkomende overtredingen:

  • Als de bal door een veldspeler met 2 handen wordt vastgepakt krijgt de tegenpartij een vrije worp.
  • Ook als de speler die de bal krijgt op de bodem staat of zich van de bodem afzet krijgt de tegenpartij een vrije worp.
  • Een vrije worp mag in 1 keer op het doel worden geschoten behalve als de vrije worp zich binnen het 6 meter gebied van de tegenpartij bevindt.
  • Wanneer een speler een tegenspeler vasthoudt of de bal weggooit na het fluitsignaal wordt die bestraft met een U20 (uitsluiting voor 20 seconden). Een U20 betekent dat de speler naar de hoek van het bad bij de eigen achterlijn moet zwemmen en daar 20 seconden moet blijven wachten tot de speler een teken van de scheidsrechter krijgt dat hij weer mee mag doen.
  • Wanneer het eigen team binnen de 20 seconden in balbezit is gekomen mag de speler op teken van de scheidsrechter eerder de wedstrijd hervatten. (Als de speler de hoek nog niet heeft bereikt moet die eerst naar de hoek zwemmen voordat hij weer aan de wedstrijd deel mag nemen).
  • Als een U20 binnen het 6-meter gebied wordt begaan waarmee een directe scoringskans wordt ontnomen volgt een 5-meter bal. Dit is een vrije worp van 5-meter tussen de speler en de keeper.
  • Als een speler 3 keer een U20 heeft gekregen mag de speler niet meer meedoen en moet die worden vervangen.
  • Als een speler een scheidsrechter beledigd of een slaande beweging maakt volgt een UMV (uitsluiting met vervanging) of een UMV4 (uitsluiting met vervanging na 4 minuten). Aan de hand van de ernst van de overtreding wordt bepaald of het een UMV of UMV4 wordt. Bij een UMV moet de desbetreffende speler na de 20 seconden tijdstraf vervangen worden en moet die speler de zwemhal verlaten. Bij een UMV4 moet het team van de bestrafte speler 4 minuten met een man minder spelen alvorens die speler vervangen mag worden.
  • Bij een UMV of UMV4 volgt altijd een 5-meter bal.